Leni Spoelstra, a personal obituary


Ik heb het kaartje niet gezien maar kan me zo voorstellen wat er op stond:  Tjimahi, Nederlands Indië. Op 9 maart 1936 is tot onze vreugde geboren een gezonde dochter. We noemen haar Leentje Trijntje Spoelstra, roepnaam Leni. Een goed begin, een leuke naam. 

Ik had nog een moeder toen ik dit schreef, en het is moeilijk na 49 jaar iemand te laten gaan die dichter bij je staat dan wie dan ook, niemand kent mij langer dan mijn moeder mij kende. Wie was zij voor mij, een uitleg in korte herinneringen, beelden soms, onvolledig. Ze hoeven niet waar te zijn voor u, wel voor mij.

 

Ik wist niet meer dan dat mijn moeder de oorlog in Nederlands Indië had doorgebracht en dat dat niet iets was waar zij over wilde praten. Als kind zijn dat ook niet de dingen waar je mee bezig bent. Andere dingen zijn mij bijgebleven: laat opblijven toen ik een keer ziek was, een boek lezen, buiten spelen, nog een boek lezen, de wereld is niet groot als je zelf klein bent. Muziek, de swingle singers, later Herman van Veen, geuren, nat gras net gemaaid, beelden, de tekening van Jezus die aan de muur hing, zwart wit tv, de badkuip in de Van Leeuwenhoekstraat, baby Luukje halen van het ziekenhuis, macaroni met smac en tomatenpuree, tante Riet Reitsma; het is lang geleden, maar op momenten als de avond van 2 Januari dingen die binnen handbereik leken, gisteren. 

Ik ben blijkbaar een apart mens, ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. Ik kan niet voor mijn broers of zussen spreken maar ik heb niet één echt slechte herinnering aan die tijd. Haamstede en Vlaardingen West waren mijn wereld (ik kon me niet voorstellen ooit ergens anders te wonen), mijn ouders waren de ankers waar ik me aan kon vasthouden. Later, Waalwijk en een nieuw begin. Een periode die voor mijn ouders zijn eigen kansen en problemen met zich meebracht, problemen waar ik als puber weinig van meekreeg, ik was bezig met mezelf en mijn ouders waren slechts op de achtergrond aanwezig. Wel een periode die een iets toevoegde aan de mens Leni, misschien weet u waar ik over praat.

Mijn vader werd 65, een foto van Klaas en drie vrouwen uit de politiek. "Mijn meisjes", zei Klaas, en terecht. Mijn moeder in onverenigbare rollen, strijdbaar, links, vernieuwend, en tegelijkertijd echtgenote van, niet onder- maar ook niet helemaal nevengeschikt, prima in staat zich zelf weg te cijferen en haar geluk afhankelijk te maken van haar omgeving, in elk geval zelden andersom. Het is moeilijk als kind te merken dat je ouders niet God zijn, en zeker om te zien dat ze elkaar ook niet altijd zo ervaren. Een agent zei ooit tegen mijn moeder toen ze betrapt werd op te hard rijden: "maar mevrouwtje toch, wat zal u man daar wel niet van zeggen?" Veel beledigender kon het niet worden in die tijd, zeker niet voor mijn moeder. Hard rijden was niet iets wat ze van nature deed, ze was eerder voorzichtig. Mijn vader had daar zeker niets mee te maken, die had zijn eigen tempo, beging zijn eigen overtredingen.

Leni als kind in Nederlands Indië, een gelukkige tijd. De oorlog maakte daar een einde aan. Jappenkamp, gevolgd door een kamp voor Nederlanders geleid door Indonesiërs, een naadloze ellende. Het heeft Leni meer dan 50 jaar gekost om daar haar weg in te vinden, het heeft haar een stukje vertrouwen gekost dat nooit volledig hersteld is. Na de oorlog naar Nederland, Klaas leren kennen, kinderen krijgen en het onderwijs in als lerares Engels, een mooi vak, het kan snel gaan.

Een foto in mijn fotoalbum, zoveel zitten er niet in. Op het pad naar het strand met Jan en Anja. Het is voor een leraar altijd moeilijk om te klagen over de zwaarte van zijn of haar beroep, iedereen begint dan meteen te lachen en wijst naar de mooie vakanties die je in het onderwijs hebt. Inderdaad zijn dat mijn mooiste jeugdherinneringen. Schijnbaar eindeloze familie-vakanties die we van het begin tot het einde genoten in Haamstede, zon, strand, regen, bunkers, zee en renesse, samen met Tante Emmie, Oom Piet en tante Loes en later de familie Willemse, Peggy uitlaten met Opa van Baalen, veel meer van dat soort dingen, ik weet het nog precies. De mooie kant van het onderwijs. Toch hebben Klaas en Lenie allebei niet hun pensioen gehaald in dit prachtige vak. Hoe raar het ook klinkt, de jaren nadat Klaas moest stoppen als leraar wiskunde en leni's benen haar voor de klas in elk geval niet meer konden dragen hebben mij laten zien hoe zwaar het verleden op mijn moeders schouders drukte.  

Klaas begon een drukkerij, en na een jaar of wat ging ik daar werken. Een mooie tijd, het begin van een tot nu toe doorlopende traditie van Hemelvaartvakanties met bier, trester, whisky, wandelen, BBQ, Nol en Madeleine. In die drukkerij werkten wij met drukpersen, handig als je iets wilt drukken en na een aantal jaren zonder problemen met Duitse producten gewerkt te hebben stapten wij over op het Japanse wereldmerk Ryobi, ook een prima pers. Wij kochten deze persen bij een Nederlands bedrijf. In het kader van de nazorg werd ons na een aantal jaar gevraagd of wij er problemen mee hadden dat er iemand van de fabriek uit Japan kwam om te kijken hoe alles ging, een Japanse stagiere op buitenlandreis. Natuurlijk hebben we daar ja op gezegd, leuk toch?  Ik ben slecht in namen, ik heb geen idee meer hoe de japanner heette. Het enige dat ik nog weet is dat het een heel aardige jongen was, dat hij slecht tegen bier kon en dat volgens hem alles wat fout ging aan één van hun persen een bedieningsfout moest zijn, redelijk oninteressant allemaal. Maar......  op een vrijdagmiddag hadden we wat flessen bier gedronken, dat deden we wel vaker, en ik bracht de japanner naar de buitendeur, mijn goede daad voor die dag. Mijn moeder kwam binnen en liet me zien wat pijn nu eigenlijk is. Nooit eerder heb ik meegemaakt dat iemand plotseling mentaal de ramen dichtdeed en blind doorliep. Leni, mijn moeder liep dwars door de jongen heen en het was maar goed dat hij opzij stapte, ze zag hem niet. Haat in het extreme, in mijn beleving onlogische, niet rationele haat. Ik heb na die dag meerdere malen aan Leni gevraagd wat er op dat moment met haar gebeurde, wat er eerder gebeurd was, en daar nooit een bevredigend antwoord op gekregen, ook al probeerde ze het me te vertellen. Dat kon ook niet. Sommige dingen moet je meemaken om ze te begrijpen, maar ik begrijp ze liever niet. Leni vertelde mondjesmaat over haar tijd in het kamp, vaak hetzelfde, las boeken, vroeg me om boeken, ging naar de kongsi. Eigenlijk tegen haar zin terug naar voormalig Nederlands Indië om te leren omgaan met haar verleden. Voor mij makkelijk geschreven, voor haar moeilijk gedaan, maar het hielp wel.

Een aantal dingen werden mij met terugwerkende kracht duidelijk. Mijn moeder had een kampverleden, en zeker voor haar speelde altijd het gevoel daar niet in begrepen te zijn. Indonesië was voor de Hollanders een zwart gat, wij hadden geen idee. Wat er in Duitsland gebeurd is weet iedereen, Indië was veel verder weg, ook een zwarte vlek op ons nationaal blazoen, beter vergeten.  Leni vertelde over rijstkorrels of suiker, ik weet niet eens meer wat het was, heb het ook voor vandaag niet nagevraagd, het doet niet ter zake. Mijn moeder wist het wel, en dus koos Leni altijd blind voor de underdog, letterlijk en figuurlijk. Een ieder die privé moeilijk zat, relatie problemen had, er niet helemaal leek uit te komen kon op Leni rekenen, no questions asked. Ik noemde dat naar mijn vrouw toe wel eens gekscherend Leni's  "lost puppy syndroom", daarmee verwijzend naar haar liefdevolle adoptie van mijn broer Niek's hond Tommy toen hij daar niet meer voor kon zorgen. Dit leverde haar onder de kleinkinderen de koosnaam Oma Tommy op, een eretitel. Tommy was eerst geen makkelijke hond, want antiautoritair opgevoed, maar Leni hield er veel van. Zij was daar rigoreus in, dulde geen kritiek op wat binnen haar beschermende armen zat.

Een sterk beschermende vrouw dus, zo geworden door haar verleden. Briljant voor diegenen die een beroep op haar hulp deden. Maar elk nadeel heeft zijn eigen voordeel, en elk voordeel zijn eigen nadeel. Het is altijd moeilijk om te merken dat er prioriteiten gesteld worden die anderen even belangrijker maken dan jij, zeker als kritiek moeilijk is omdat die anderen ook op reële gronden behoefte hadden aan leni's steun. In mijn situatie werd door een aantal familieleden de drukkerij als mijn opvang aangemerkt, alhoewel ik dat natuurlijk zelf nooit zo gevoeld heb, maar dat terzijde. Gevoel is een gevoelige zaak. Binnen de familie was dit niet onbesproken, praten kunnen we allemaal wel, soms wat te veel.

Leni's loyaliteit was blind, en soms was het moeilijk daarmee om te gaan. Pas gaandeweg werd mij duidelijk wat de diepere redenen waren voor leni's blinde vlek. Het kampverleden waar zij mondjesmaat over begon te praten, haar rol als kind en volwassene in het gezin waar zij uit voortkwam, een rol die haar als volwassen vrouw altijd is blijven prikkelen, ondanks ook mijn goedbedoelde herhaalde advies dat verleden te laten rusten. Mijn moeder vond dat zij deed wat ze moest doen, probeerde mijn vader bijvoorbeeld zijn zieke moeder te laten bezoeken, waar hij vond redenen te over te hebben dat niet te doen. Zij vond dat dat goed was, en hij ging, ook al was hij het niet eens met haar inschatting van de situatie. Misschien was zij dan in elk geval emotioneel de baas in huis. Een recent gemaakte opmerking, en een vraag die de intimi voor zich zelf mogen beantwoorden.

Klaas en Leni dachten na over een appartement, gingen kijken bij mijn pas verhuisde schoonouders, Wil en Riet. Een mooi appartement, maar te klein. Leni's bescherming voor haar naasten vertaalde zich tot het laatste toe in het openstellen van haar huis voor wie daar behoefte aan had had, en dan heb je ruimte nodig. Honden, katten, kleinkinderen, dochters, no problem, of soms een beetje. Het zou iets te makkelijk zijn om mijn moeder hier neer te zetten als een heilige, want dat was ze niet. Boos, kortaf, overbeschermend, teleurgesteld in mensen, kribbig, niets menselijks was Leni vreemd, ook dat maakte het soms wel eens moeilijk. Ik heb 16 jaar met mijn vader samengewerkt. Ik merkte het meteen als ik iets gezegd had dat Klaas in het verkeerde keelgat geschoten was;  waar Klaas het de dag erna weer bijna vergeten was, kon Leni me nog dagenlang bombarderen met boze blikken; ik was over haar grenzen heen gegaan, en dat zou ik weten ook. Mijn keuze voor het onderwijs deed haar deugd, hoewel ik tot mijn dood me het moment zal herinneren waarop de frik Leni me vroeg of ik eigenlijk wel wist wat een zelfstandig naamwoord was en of het, na het uitblijven van een in haar ogen bevredigend antwoord, wel een goed idee was om een volledige baan Nederlands te accepteren. Ik weet nog waar ik stond, op de stoep voor het dr. Mollercollege in Waalwijk. Ik heb de baan niet aangenomen, je moet altijd naar je moeder luisteren.

Weer een beeld, Klaas en Lenie op een bed en wij eromheen gedrapeerd. Ik heb er hier en daar kort iets over gezegd, mijn moeder en haar man, Klaas - mijn vader. Geen van beiden makkelijke mensen, zeker aan elkaar gewaagd. Als individu en echtpaar neem je beslissingen waar je later op terug moet kijken, het zei zo. Als kind ben je geen onderdeel van dat soort overwegingen en begrijp je niet alles. Maar ik weet nog dat mijn moeder een aantal weken met Oma Heijkoop, voorheen van Baalen, naar Australië ging. Lange weken waarin mijn vader zichzelf verbaasde met het grote missen wat hem letterlijk overviel. Ik heb altijd gedacht dat hij niet verwacht had het weg zijn van mijn moeder zo moeilijk te vinden. Een onafhankelijke man gereduceerd tot een blik van herkenning bij het liedje "een man weet niet wat hij mist" van de Dijk. Australië is relatief dichtbij, er zullen andere nummers volgen.

Het valt me zwaar over mijn moeder te schrijven, weer uit bed, wakker. Ik kijk naar het kaartje van je 65e verjaardag, door mij gedrukt. Eerst Lenie met ie, een ernstige fout, maar met een mooie foto en een tekening uit Indië. Hey leni, would you be my girl. Zou je jezelf herkennen in het beeld dat ik van je heb? Ik zit aan een bed en zoek naar mijn moeder, een berg in Duitsland, waar ben je. Ik heb Leni eigenlijk nooit direct gevraagd hoe ze zelf oordeelde over de laatste, pakweg, 50 jaar waar ik deel van uitmaakte. Zoiets vraag je niet. Mam, ben je gelukkig, is het goed? Veel heb ik de laatste dagen gehoord over hoe anderen haar leven zien, maar het is haar leven. Goed, mooi, gelukkig, ook al is het voor haar niet relevant, ik heb daar mijn eigen gevoel bij, denk haar misschien toch beter te kennen dan in werkelijkheid waar is. 

Toen ik begon te schrijven bedacht ik me dat ik het niet echt wist, maar ik weet ook niet alles, ken alleen mijn eigen moeder. Ach ja, wat is waar? Mijn gevoel is dat mijn moeder veel meegemaakt heeft en niet alles een plaats heeft kunnen geven. Haar jeugd, haar relatie met haar ouders, met haar man, met haar kinderen: een leien dakje was niet altijd aanwezig. Uit het rijtje van rollen die mijn moeder vervuld heeft mag u zelf kiezen waar u denkt dat voor mijn moeder het zwaartepunt lag. Wat mij betreft is mijn moeder, L.T. Spoelstra - den Braven, een goede IBU - moeder, een buitengewone vrouw en een voortreffelijke dochter geweest, en meer kon je van haar niet vragen.